‘Kinderkougoed’ voor snoepjes, een snackbar is een ‘peuselsalon’, een ‘spikkelkat’ is een luipaard en met ‘pantserhond’ wordt een krokodil aangeduid. Peter en Gaby Beekmans zetten in ‘Afrikaans met een knipoog’ leukste woorden, uitdrukkingen en zegswijzen van deze taal op een rijtje. Koddige taal, toch?
Wie had gedacht dat deze ‘koddige taal’ aanleiding kon zijn voor zoveel emotie, frustratie, woede, protesten en geweld. Het Afrikaans is al lange tijd een punt van discussie in Zuid-Afrika, met name tussen studenten, universiteiten en de overheid. De overheid probeert het gebruik van Engels en andere minderheidstalen te stimuleren, wat vaak ten koste gaat van het Afrikaans. Althans, zo zien Afrikaanstaligen dat. Zij voelen zich gediscrimineerd. Daar staat tegenover dat zwarte Afrikanen zich (nog steeds) onderdrukt voelen, en zij zien het Afrikaans als een symbool van de onderdrukking.
In 1994 werd de Apartheid (als leenwoord uit het Nederlands in bijna elke andere taal onvertaald opgenomen) afgeschaft, en volgde de zogenaamde Transformasie, of diversiteitsbevordering. Het land was echter totaal verdeeld en men wist niet goed hoe op korte termijn gelijkheid moest worden gecreëerd. De grote vraag was hoe men de Afrikaanssprekende blanken en de zwarte Engelssprekende Afrikanen (of sprekers van één van de andere negen officiële talen) met elkaar kon laten integreren. 22 jaar na de afschaffing van de Apartheid heerst er grote ontevredenheid onder Zuid-Afrikanen van de verschillende taalgroepen.
Vandaag de dag is er een strijd gaande over de taal in het onderwijs. Van oudsher wordt in het hoger onderwijs en op universiteiten met name in het Afrikaans onderwezen. De taal wordt voornamelijk beheerst door kleurlingen (afstammelingen uit gemengde huwelijken) en de blanke Afrikaners, die vaak rijker en hoger opgeleid zijn dan de zwarte Afrikanen. De zwarte Afrikanen zijn van mening dat het onderwijs toegankelijk moet zijn voor de hele bevolking, ook voor hen die geen Afrikaans spreken (of willen spreken). Die spreken met name Engels en strijden voor Engels als hoofdvoertaal op universiteiten.
Universiteit Stellenbosch, op zo’n vijftig kilometer ten oosten van Kaapstad, was lange tijd een Afrikaanstalige universiteit. Maar sinds 1994 heeft ook het Engels zijn intrede gedaan als onderwijstaal. De Zuid-Afrikaanse regering legt grote druk op de universiteit om steeds meer lessen in het Engels te geven. Op 22 juni van dit jaar heeft Universiteit Stellenbosch besloten dat het Engels en Afrikaans op hetzelfde niveau komen te staan. Dit stuit de Afrikaners tegen de borst, omdat zij bang zijn dat het Afrikaans hierdoor uitsterft en verloren zal gaan. Zij zien het juist als belangrijke taak van universiteiten om het Afrikaans te beschermen.
Ook in Nederland zijn er bewegingen om het Afrikaans te beschermen. Het Afrikaans is immers ontstaan uit het 17e-eeuwse Nederlands, dat de Hollander Jan van Riebeeck in 1652 met zich meebracht toen hij voet aan land zette in wat nu Zuid-Afrika heet. De Nederlandse Taalunie heeft nauwe banden met Zuid-Afrika. En in 2012 pleitte PVV-Kamerlid en voorzitter van de Interparlementaire Commissie van de Taalunie Martin Bosma voor steun voor het Afrikaans op Zuid-Afrikaanse universiteiten. In Zuid-Afrika zat men daar echter niet op te wachten; de grootste Afrikaanstalige krant Beeld vreest dat de bemoeienis van Bosma het racistische imago van de taal opnieuw aanwakkert.
Het Afrikaans wordt inderdaad nog wel eens weggezet als een ‘racistische taal’. Het wordt gezien als de taal van de onderdrukkers, waarmee de zwarte bevolking vanaf de 17e eeuw tot slavernij werd gedwongen. Daarbij hebben veel van de architecten van de Apartheid hun diploma aan de Afrikaanstalige Universiteit Stellenbosch behaald. Bovendien wordt de handhaving van het Afrikaans op universiteiten als een belemmering beschouwd, aangezien een groot deel van de bevolking hierdoor geen universitaire opleiding zou kunnen volgen. Dat de taal ‘racistisch’ zou zijn, wordt weerlegd met het argument dat de minderheid van de sprekers van het Afrikaans blank is; van de zeven miljoen sprekers is 40% blank, en dus overgrote meerderheid kleurling. Overigens groeit het aantal kleurlingen en zwarte Afrikanen binnen de Afrikaanstalige gemeenschap, terwijl het aantal blanken gelijk blijft.
Als reactie op de verengelsing van steeds meer facetten van de maatschappij, werd in 2011 door de Solidariteit Beweging de Akademia opgericht. Op deze nieuwe universiteit wordt uitsluitend in het Afrikaans onderwezen, en dat maakt haar de enige in haar soort. In 2014 dreigde Blade Nzimande, de Zuid-Afrikaanse minister van Hoger Onderwijs en voorzitter van de Zuid-Afrikaanse Communistische partij, om de Akademia te sluiten als het onderwijs niet (ook) in het Engels zou worden aangeboden. Volgens de minister maakt de Akademia zich schuldig aan discriminatie, doordat de lessen niet toegankelijk zijn voor de gehele Zuid-Afrikaanse bevolking. Dit argument wordt echter al weer snel weerlegd door tegenstanders van Engels als tweede voertaal; de minister zou namelijk niks hebben tegen universiteiten die uitsluitend in het Engels doceren.
Maar als we kijken naar de universiteit van Stellenbosch, zien we dat bijna 70% van de eerstejaarsstudenten blank is; 15% kleurling en 14% zwart. Ruim 56% van de eerstejaars heeft Afrikaans als moedertaal; 45% het Engels. Als we dit vergelijken met de percentages van Zuid-Afrika als geheel, zien we toch een behoorlijke discrepantie. In Zuid-Afrika is 9% van de bevolking blank, 9% kleurling en maar liefst 79% zwart. 13,5% van de totale bevolking heeft Afrikaans als eerste taal; 9,6% het Engels. Geen exacte weerspiegeling van de studenten aan Universiteit Stellenbosch, dus. De vraag is of het overgrote deel van de bevolking dat geen Afrikaans spreekt inderdaad wegblijft van de universiteit omdat zij de Afrikaanse lessen niet zouden kunnen volgen, en daardoor dus uitgesloten worden.
Voor beide partijen speelt herkomst en cultuur een belangrijke rol. De Afrikaanstalige blanken moeten steeds meer opkomen voor het behoud van hun taal en zijn bang dat het Afrikaans volledig zal verdwijnen. Ze voelen zich bedreigd en willen er alles aan doen om hun stukje cultuur te behouden.
De Engelstalige zwarte bevolking voelt zich echter nog steeds onderdrukt door het Afrikaans. Niet alleen omdat de taal herinneringen aan de bloedige geschiedenis oproept, maar ook omdat zwarte Zuid-Afrikanen het gevoel hebben minder kans te hebben op een universitair diploma vanwege het Afrikaans dan blanke Afrikaners. Zwarte Zuid-Afrikanen stellen dat het onmogelijk is om een samenleving te creëren waarin iedereen gelijk is, zolang er op de universiteit in het Afrikaans onderwezen wordt.
Voor beide groepen spelen zwaarwegende belangen in het behouden van het Afrikaans, dan wel in het gelijkstellen of het vooropstellen van het Engels. In Zuid-Afrika zelf zal er dus door vrijwel niemand ‘met een knipoog’ naar het Afrikaans worden gekeken, zoals Peter en Gaby Beekmans voor ons doen.