Gepubliceerd op 20 januari 2020

Nederlands bedrijfsleven vreest staatssteun VK na Brexit

Dit artikel is verschenen op NRC.nl, geschreven door Mark Beunderman.

Handelsakkoord Het meest heikele punt in een handelsakkoord tussen EU en VK lijkt een ‘gelijk speelveld’ te worden. VNO-NCW is bezorgd.

Terwijl de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk zich voorbereiden op de Brexit op 31 januari aanstaande, wordt steeds duidelijker wat het meest heikele punt gaat worden in de handelsgesprekken die daarna beginnen. Dat is de Britse wens om te gaan afwijken van de regels van de interne markt van de EU, waardoor Europese bedrijven na de Brexit concurrentienadeel kunnen gaan ondervinden.

Het ‘gelijke speelveld’ dat Nederlandse bedrijven in Europa hebben, staat op het spel als de Britten hun bedrijven gaan helpen met deregulering en staatssteun, zo klonk het dinsdag op een bijeenkomst over de Brexit in Amstelveen. Tijdens de bijeenkomst, van de Nederlands-Britse Kamer van Koophandel, werkgeversclub VNO-NCW en adviesbureau KPMG, zei VNO-voorzitter Hans de Boer dat hij vooral vreest voor Britse staatssteun.

De Britse premier Boris Johnson beloofde tijdens de recente verkiezingscampagne om noodlijdende bedrijven op de been te houden met overheidssubsidies. De strenge EU-regels voor staatssteun zouden overboord moeten. De boodschap was vooral gericht aan kiezers in Noord-Engeland, het oude industriële hart van het VK. „Als je rechtstreeks subsidie geeft aan een bedrijf dat verlieslatend is, dan is de rode lijn gepasseerd”, zei De Boer. „Dan is dat een groot probleem voor de interne markt.”

De tijd dringt

Wil Johnson inderdaad staatssteun gaan geven, dan moet Brussel het VK in een nieuw handelsakkoord „een deel van de toegang tot de Europese markt ontzeggen”, stelde de VNO-voorman. De Boer sloot zich aan bij de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen. Zij zei onlangs in een speech in Londen dat afwijking van de EU-regels een prijs heeft: het leidt automatisch tot een „afstandelijker” handelsrelatie.

Uiterlijk op 31 december dit jaar moet er een vrijhandelsakkoord tussen EU en VK liggen. Tot die tijd is er een transitieperiode, waarin de huidige handelsrelatie hetzelfde blijft. De transitieperiode kan worden verlengd, maar dit moet vóór 1 juli worden besloten. De tijd dringt dus.

De Boer pleitte voor pragmatisme van Brussel in de onderhandelingen. De Britten mogen volgens hem best een beetje afwijken van de EU-regels op het gebied van klimaat en sociaal beleid. „Voer daar een goed gesprek over. Het VK is een beschaafd land. Het beeld van een piratennest aan de Theems is echt onzin.” In Brussel, maar ook in Den Haag en Parijs, bestaat de vrees dat de Britten af willen van relatief strenge EU-regels voor onder meer voedselveiligheid, genetische modificatie, de financiële sector en databescherming. Dan zou er een ‘Singapore aan de Theems’ kunnen ontstaan: een gedereguleerd land met lagere sociale standaarden.

Nederlands belang

Voor Nederland staat veel op het spel. Het VK is voor Nederland de belangrijkste exportbestemming na Duitsland, gemeten naar hoeveel geld die export oplevert. Nederland verdiende in 2018 25,5 miljard euro met uitvoer naar het VK, ofwel 3,3 procent van het totale bruto binnenlands product, zo blijkt uit CBS-cijfers.

Een verreikend vrijhandelsakkoord dat de huidige situatie – zonder importtarieven en andere handelsbarrières – zoveel mogelijk spiegelt is daarom in principe in het Nederlandse belang. Maar dit streven wordt bemoeilijkt door de Britse hang naar eigen, lossere economische regels. De Britten willen bovendien een handelsakkoord sluiten met de Amerikanen, die op hun beurt aandringen op deregulering. Zo dreigt het gelijke speelveld dat Nederland belangrijk vindt, buiten bereik te raken.

Op de bijeenkomst in Amstelveen zei de Britse ambassadeur in Nederland, Peter Wilson, dat het praten over een gelijk speelveld „niet behulpzaam” is. De EU en het VK zullen nu eenmaal „minder verplichtingen” jegens elkaar hebben na de Brexit. Daarop volgde een waarschuwing van Stefaan De Rynck, adviseur van EU-Brexit-onderhandelaar Michel Barnier. Hij noemde een gelijk speelveld een „voorwaarde” voor vrije toegang tot de interne markt van de EU.

De discussie in Amstelveen toonde hoe lastig de onderhandelingen in Brussel zullen worden. Als er geen akkoord wordt bereikt, vallen EU en VK terug op regels van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Zo’n ‘No Deal’ betekent: de terugkeer van importtarieven en veel nieuwe rompslomp aan de grens. VNO, zei De Boer, blijft leden op ‘No Deal’ voorbereiden.