Gepubliceerd op 21 januari 2021

Groen, decentraal en veilig - zo werkt energie 4.0

Duitsland en Nederland pakken de energietransitie aan door samen duurzame energiebronnen in te zetten. Zon en wind zijn echter niet constant beschikbaar en de producenten van groene energie zijn veelal klein en verspreid. Hoe zorgen we voor voldoende voorraad en een stabiel netwerk? Om de stroomaanvoer betrouwbaar te kunnen beheren, richtten Hendrik Sämisch en Jochen Schwill in 2009 Next Kraftwerke op – de grootste virtuele energiecentrale van Europa.

“We combineren duizenden gedecentraliseerde fabrieken tot één grote, waardoor ze voorspelbaarder worden,” vertelt Hendrik Sämisch. De waterturbines in het Duitse Zwarte Woud zijn daarom digitaal verbonden met de windturbines in Noordrijn-Westfalen en met een biogasinstallatie in Nedersaksen. Ze worden centraal aangestuurd vanuit het hoofdkantoor in Keulen. Big data helpt daarbij. Het volledig geautomatiseerde controlecentrum verzamelt realtime gegevens over de huidige capaciteitsbenutting, maakt prognoses voor de toekomst en schakelt de afzonderlijke installaties dienovereenkomstig in of uit – op deze manier kan binnen enkele seconden gereageerd worden op de behoeften van de markt.

In het voorjaar van 2017 is de Nederlandse elektriciteitsleverancier Eneco toegetreden tot Next Kraftwerke en heeft sindsdien een belang van 34 procent. Enkele maanden later namen Schwill en Sämisch de Nederlandse start-up Energie365 over en legden daarmee de basis voor hun bedrijf in Nederland.

Uitwisselen van stabiliteit

Stabiliteit van het net staat hoog op de agenda. Samen met bijvoorbeeld het elektriciteitsbedrijf Tennet en de oplaaddienstverlener Jedlix gebruiken zij sinds maart elektrische auto’s als buff er. Als er een overschot aan elektriciteit is, kunnen de accu’s van de voertuigen deze tijdens het laden oppakken en voor korte tijd opslaan. Naast stabiliteit is de handel in elektriciteit een belangrijke activiteit. “Met de gegevens van het besturingssysteem van de virtuele elektriciteitscentrale kunnen we ook onze feed-inprognoses voortdurend verbeteren en de elektriciteit van de netwerkcentrales op een geoptimaliseerde manier uitwisselen”, legt Sämisch uit.

En corona? Dat heeft een extra impuls gegeven. “De markt was in het begin nogal grillig”, zegt Jochen Schwill, die wijst op het verlies van grote verbruikers zoals de Duitse autofabrikanten. “Het bieden van compensatie was hier onze kerncompetentie en daar was veel vraag naar”.

Bron: Duits-Nederlandse Handelskamer