Onafhankelijk advies
Wereldwijd Nederlands netwerk
Ruim 7 jaar ervaring
Inspiratie5 september 2024

Ordenador of computador? Over de verschillen tussen het Spaans in Spanje en Latijns-Amerika

Het Spaans telt 472 miljoen moedertaalsprekers. Daarnaast studeren ruim 21 miljoen leerlingen Spaans als tweede taal. Na het Chinees is het Spaans de meest gesproken taal ter wereld.  Door demografische  oorzaken neemt het aantal Spaanstaligen alleen maar toe. Die kunnen elkaar allemaal onderling verstaan.  Er zijn echter wel belangrijke verschillen tussen de diverse varianten.

De Amerikaanse linguïst Albert Marckwardt sprak in 1958 over ‘colonial lag’: de hypothese dat koloniale taalvarianten minder veranderen dan de variant die wordt gesproken in het moederland. Een controversiële uitspraak en daarmee interessant om verder te onderzoeken. Hieronder stippen we enkele opvallende verschillen in grammatica, vocabulaire en uitspraak kort aan.

Grammatica

Ook het Spaans kent een ontwikkeling die bovenstaande hypothese onderbouwt: namelijk het verschijnsel voseo. Zo’n 500 jaar geleden zette met de ontdekking van Amerika door Christoffel Columbus ook het Spaans voet aan wal op het continent. Virginia Bertolotti, professor aan de Universidad de la República in Uruguay, verklaart dat in die tijd de aanspreekvormen tú (jij), vos (jullie) en vuestra merced (uwe excellentie) gebruikt werden. Zowel tú als vuestra merced waren informeel, terwijl je met vos refereerde aan een persoon met autoriteit en dat was juist waar de sociale situatie op dat moment om vroeg. In de zestiende eeuw ontstond er in Spanje verwarring over het gebruik van tú en vos waardoor  vos zelfs als onjuist werd beschouwd en usted (u) de formele aanspreekvorm werd. Vos wordt echter nog wel in Latijns-Amerika gebruikt en met name in de gebieden rond de Río de la Plata (Argentinië en Uruguay). De Academia Argentina de Letras was de eerste instantie die het gebruik van vos erkende voor zowel informele als formele teksten. 

Bron: Virginia Bertolotti, prof. Universidad de la República, Uruguay

Over het gebruik van persoonlijke voornaamwoorden valt nog meer te vertellen. In Spanje zeg je ¿Vosotros tenéis ganas de salir? tegen je vrienden en ¿Ustedes tienen ganas de salir? tegen bijvoorbeeld je opa en oma als je vraagt of ze zin hebben om iets te gaan doen. In Latijns-Amerika, en opmerkelijk genoeg ook op de Canarische Eilanden, gebruiken ze echter alleen de formele variant, namelijk ustedes

Vocabulaire

Marckwardt’s hypothese gaat echter niet voor alles op. We zien dat Latijns-Amerika meer woorden direct uit het Engels overneemt, zonder daarbij de spelling of uitspraak aan te passen. Denk bijvoorbeeld aan look, e-mail en whiskey waarvoor in Spanje recuerdo, correo electrónico en güisqui wordt gebruikt. 

Op woordniveau zijn er nog talloze voorbeelden. Coger heeft in Spanje vele betekenissen, waaronder ‘(vast)pakken’ en ‘brengen’. De uitdrukking Coge las riendas de tu vida vertalen we als ‘De touwtjes in handen nemen.’ Maar in Latijns-Amerika betekent het ineens iets heel anders: met iemand naar bed gaan.

Er zijn nog vele andere voorbeelden, hieronder een kleine greep:

 

WoordSpanjeLatijns-Amerika
Mobiele telefoonTeléfono móvilTelefóno cellular
ComputerOrdenadorComputador(a)
PenBolígrafo

Lápiz pasta (Chili)

Lapicera (Argentinië)

AppartementPisoDepartamento of apartamento
OpstaanPonerse de piePararse
AutoCoche

Carro 

Auto (Argentinië en Uruguay)

Er zijn dus duidelijk verschillen op grammaticaal niveau en op woordniveau, maar de grootste verschillen zitten misschien wel in de uitspraak.

Uitspraak

In het grootste deel van Spanje zijn er twee klanken: de s [s] en de z [θ] die ongeveer klinkt als de th in het Engelse truth In Latijns-Amerika is echter het seseo gebruikelijk: niet alleen de ‘s’, maar ook de ‘c (voor e en i)’ en de ‘z’ worden beide uitgesproken als [s]. Het Diccionario panhispánico de dudas (DPD) van de Real Academia Española  geeft hiervan de volgende drie  voorbeelden: [serésa] voor cereza (kers), [siérto] voor cierto (zeker, waar) en [sapáto] voor zapato (schoen).  Dit verschijnsel komt ook voor op de Canarische Eilanden en in delen van Andalusië (Zuid-Spanje). Het is interessant om te zien dat in delen van Andalusië ook het zeldzamere ceceo voorkomt. Hierbij worden de ‘s’en de ‘c (voor e en i)’ juist uitgesproken als de ‘z’ [θ]. Twee voorbeelden hiervan zijn [káza] voor casa (huis) en [perzóna] voor persona (persoon). 

 

 

Ook het yeismo komt in grote delen van Latijns-Amerika voor: er is geen verschil in uitspraak tussen de klanken LL en Y en ze worden beide als J uitgesproken. Het woord llamar (bellen) wordt in oorspronkelijk Spaans uitgesproken als ljamar maar in Latijns-Amerika als jamar.  In het gebied rond de Río de la Plata (Argentinië en Uruguay) bestaat er nog een andere variant: sjamar. Een ander voorbeeld van het yeismo is caballo (paard) dat uitgesproken wordt als [calbaljo], [cabajo] of [cabasho]. 

Waar Marckwardt in ieder geval gelijk in heeft, is dat verschillende taalvarianten zich op verschillende manieren ontwikkelen. Dat de koloniale taalvariant minder verandert, valt te betwijfelen. Het lijkt meer het geval dat een geïsoleerde ligging en minder taalcontact hierbij een grotere rol van betekenis spelen. Wellicht iets voor een volgend artikeltje.

Meer over deze organisatie

VVH business translations

Commerciële Dienstverlener
Matthijs van Hoorn

Matthijs van Hoorn, managing director VVH business translations

Meer info