We spreken met Joost Koedooder, eigenaar van Koedooder Trolleys, terwijl hij even rustig zit in een hotel lobby in Bangkok. Niet toevallig, want hotels zijn de belangrijkste klanten van Joost. Succesvol een fabriek opzetten én managen in Thailand? Joost kan het weten. Al 23 jaar woont en werkt hij in het land. We spreken hem over het belang van een goede start, insluipende kleine criminaliteit op de werkvloer, de juiste goedkeuringsdocumenten en over hoe je omgaat met de Thaise midden klasse en elite.
Wie wel eens heeft gevlogen, kent de trolleys waar de maaltijden uit worden geserveerd. In bijna alle gevallen vindt het karretje zijn oorsprong in het Noord-Hollandse Wieringerwerf bij Driessen Aerospace. Het familiebedrijf in vliegtuigtrolleys groeide destijds uit tot een wereldspeler met 25 verschillende dochterbedrijven over de hele wereld.
Als General Manager werd Joost uitgezonden naar Thailand. Joost: “Ik heb de productiefaciliteit opgezet in Chiang Mai, toen een lokaal gebouw waar 30 man personeel werkte. Een aantal jaren later stonden er vijf grote moderne fabrieksgebouwen en produceerden we 1.200 trolleys per week met ca 700 man personeel. Zo’n 80% van de markt raakte in het bezit van het familiebedrijf.”
Directeur Jan Driessen trad in 2000 terug en de familie verkocht toen driekwart van de aandelen aan investeringsmaatschappijen Alpinvest en NPM. Joost ontmoette tijdens zijn werk in de vliegtuigindustrie altijd al veel reizende hotelondernemers. En die waren maar wat jaloers op zijn luxe trolleys. Hij zag een ondernemerskans en startte uiteindelijk een eigen trolleybedrijf. Maar hoe doe je zoiets en waar moet je op letten? Joost: “Het personeel dat je aanneemt is het allerbelangrijkst. Zonder twijfel. Start met een goede boekhouder en een HR-manager. Vind mensen die loyaal zijn en die zich voor langere tijd willen verbinden aan je bedrijf. Zo verklein je de kans dat belangrijke mensen vertrekken als er zich een kans voordoet waar ze meer geld kunnen verdienen.”
Start met een goede boekhouder en een HR-manager.
De opstartperiode van een bedrijf verdient sowieso extra aandacht, zegt Joost: “Ik heb bizarre dingen meemaakt hier. Bijvoorbeeld diefstal van aluminium door personeel van mijn eigen bedrijf in samenwerking met de guards. Dat ging heel langzaam, maar werd van kwaad tot erger. Het begon met een tas vol spullen en het eindigde met een pick-up truck die elke nacht werd volgeladen en zo het pand uitreed, terwijl de beveiliging even een andere kant op keek. In Nederland dienen problemen zich direct aan en zijn ze inzichtelijk. In Thailand zijn mensen vriendelijk, maar ondergronds gebeurt er van alles! Je hebt het lange tijd niet door, maar opeens zie je het. En dan ben je soms te laat.”
Hou het gras goed kort.
Maak duidelijk wat de regels zijn.
Dat klinkt heftig, maar het is eenvoudig te voorkomen volgens Joost: “Hou het gras goed kort. Maak duidelijk wat de regels zijn. Wat je wel tolereert en wat niet. De meeste Thaise werknemers vinden het heel prettig om te weten wat hun positie is, wat ze wel kunnen doen en wat niet. In Nederland is dat juist andersom. Als je een Nederlander een taak geeft en je omschrijft dat heel strak en duidelijk, dan vinden ze dat over het algemeen niet prettig. Nederlanders verwachten dat ze in een bepaalde positie mogen meedenken over zaken buiten hun rol. Die hebben wat meer vrijheid en speelruimte nodig. Dat moet je, ook over het algemeen, een Thai juist niet geven. Laat je dus niet tegenhouden door dit soort verhalen, maar zit er gewoon vanaf het begin bovenop.”
Volg alles op de voet,
zeker de eerste drie, vier jaar.
De eerste jaren moet je er volgens Joost ook écht zijn voor je bedrijf. ”Volg alles op de voet, zeker de eerste drie, vier jaar. Veel investeerders pompen geld in een bedrijf, bouwen een fabriek, stellen wat mensen aan en gaan dan weer naar Nederland. Zo werkt dat dus niet. Maar als je energie steekt in de organisatie, eerlijk bent en duidelijkheid geeft, dan krijg je ook echt heel veel terug. De meeste Thaise medewerkers werken hard, zijn oprecht vriendelijk en loyaal.”
Binnen Koedooder Trolleys houdt Joost zich nu vooral bezig met verkoop. Een hele andere tak van sport dan management. “Ik kom nu hele andere mensen tegen. Thailand is hiërarchisch van structuur. Er is een toplaag die alle grote bedrijven, het geld en de macht heeft. Onder deze elite zit de middenklasse, die steeds groter wordt. En daaronder de laagste klasse. Deze twee klassen vormen de werkende kracht van het land. Toen ik het management deed, heb je te maken met de midden- en lagere klasse. Dat vond ik prettig werken. In de verkoop heb je te maken met de hoteleigenaren, de beslissers. Of beter gezegd, de niet-beslissers! Dat vraagt om een hele andere aanpak.”
Met het management van de grootste hotels hier heeft Joost hele goede contacten. Maar hoe perfect de gesprekken ook verlopen, alle investeringsvoorstellen gaan eerst langs de eigenaar. Joost: “Zo’n proces kan soms wel een jaar duren. Ook als het gaat om relatief lage bedragen van 200.000 Baht, zo'n 6.000 euro. Hun beslissingen zijn ook vaak erg emotioneel. Een mooi voorbeeld is het verhaal van Vichai Srivaddhanaprabha ,de in 2018 omgekomen miljardair-eigenaar van Kingpower. Hij had een grote hotelketen en ik was al een tijdje bezig met wat aanvragen. Er gebeurde een jaar lang niets, maar op een dag moet hij zich enorm geërgerd hebben aan de trolleys in zijn bedrijf. Hij wilde snel kwaliteit in huis. Binnen een paar weken was een megadeal gesloten en kocht hij mijn hele catalogus.”
Goede relaties zijn dus enorm belangrijk in Thailand. De Netherlands Thai Chamber of Commerce (NTCC) helpt Joost bij het opbouwen van een goed netwerk. “Een groot deel van mijn contacten heb ik opgedaan via de NTCC. Een mooi voorbeeld is het jaarlijkse diner dat ze organiseren in Bangkok. Ik zat er tot mijn verbazing aan een tafel met alleen maar hotelmanagers, had Executive Director Hans van den Born geregeld. Je kan je wel voorstellen dat die avond mij veel contacten én business heeft opgeleverd.”
Zakendoen in Thailand kan je veel opleveren, maar het vraagt dus wel om aandacht. We vroegen Joost wat hij tot slot nog wil meegeven aan ondernemers. “Zorg voor goed personeel, stop aandacht in je zaak en zit er bovenop. En als je start, zorg dat je goedkeuring krijgt van de Board of Investment (BOI), een organisatie die buitenlandse investeringen stimuleert en reguleert. Krijg je approval, dan geldt dat jij voor 100% eigenaar mag zijn van jouw Thaise bedrijf. Zonder goedkeuring moet 51% van de aandelen in handen zijn van een Thai. En dat levert nogal eens problemen op, zeker in onderhandelingen met investeerders.”
Meer weten over het regelen van goedkeuring van de BOI? Of over zakendoen in Thailand in het algemeen? Laat het ons weten en we brengen je in contact met Joost of de NTCC.
Of schrijf je in voor onze nieuwsbrief en blijf van alle Thailand updates op de hoogte!